Als ik over mijn geestelijk en daarmee ook lichamelijk welzijn heb, de ups en downs die ik in mijn leven heb, dan gebruik ik daarbij de metafoor van een berg. In de bergen voel ik mij in mijn element dus voor mij voelt een berg als onderdeel van mijn leven. Zoals ik dan bijvoorbeeld een deel van de downs in mijn leven beschrijf heb ik meerdere keren onderaan in het dal gelegen en ben langzaam op mijn berg weer omhoog geklommen. Elke keer weer een stukje verder omhoog met af en toe ook weer een terugval. Soms zo erg dat ik weer onderdaan in het dal lag en dacht, hoe moet ik nu in hemelsnaam weer omhoog komen en heeft het wel zin als ik vervolgens toch weer in dat dal terecht kom. Maar natuurlijk heeft dat altijd zin. Steeds meer kwam ik weer achter mijn waarde, mijn eigenwaarde en ging daardoor steeds meer zelfliefde voelen. Daarom klom ik weer omhoog tot ik uiteindelijk net onder de top van mijn berg stond. Want een wijze les die ik had geleerd door onderaan in het dal te liggen en mijn pad omhoog was dat ik niet meer boven op de top hoef te staan. De weg omhoog en de plek net onder de top is ook mooi en betekenisvol. De perfectionist die ik vroeger was, hoef ik niet meer te zijn. En omdat mijn leven er niet meer perfect hoeft uit te zien, benader ik iedereen veel opener, echt zoals ik vanuit mijn hart en ziel ben. Die open benadering heeft mij al heel veel mooie gesprekken opgeleverd want het nodigt anderen uit om ook open en oprecht te zijn. Ik ben blij met mijn plek op mijn berg net onder de top. Af en toe glij ik toch weer uit en val een stuk naar beneden. Dat hoort bij het leven en zeker bij mijn leven waarin ik mij kwetsbaar opstel. De weg omhoog is dan altijd weer bijzonder omdat ik dan het inzicht krijg waarom ik dit keer ben gevallen en weer omhoog moet klimmen. Die inzichten maken mij tot een completer persoon.